Zwerfafval is een probleem van alle tijden. Mensen laten rommel achter, het is een slechte gewoonte. Dat is waar, maar betekent dit dat wij dan niets kunnen doen? Te lang dachten we met elkaar, wat een ander weggooit hoef ik niet op te ruimen. En zo hebben we er als mensen weinig aan gedaan om te voorkomen dat bijvoorbeeld plastic zwerfafval bleef liggen en via rivieren en zeeën in onze oceanen terecht is gekomen. En zo is er inmiddels in de afgelopen vijftig jaar circa 100 miljard kilo plastic in de oceaan terecht gekomen.
Ongeveer tien jaar geleden werd er in de stille oceaan een enorme brei van drijvend plastic ontdekt. De typische wervelstroom van de Stille Oceaan en de passaatwinden hebben grote gevolgen voor dit plastic. De randen van de wervelstroom zijn continu in beweging en hebben een hoger zeeniveau dan verder naar binnen, waardoor de plastic brij steeds geconcentreerder in het centrum bij elkaar blijft drijven. Er is een enorme vuilnisbelt van plastic afval in de Oceaan ontstaan: een vuilnisbelt met een geschatte minimale omvang van Spanje en Frankrijk.
Uit onderzoek van de UNEP, het milieuprogramma van de VN, bleek in een studie in 2006 al dat op elke anderhalve vierkante kilometer zee, 46.000 plastic deeltjes zwerven, variërend van verloren teenslippers tot minuscule plastic snippers. En deze enorme toename van de hoeveelheid plastic in zee, leidt tot een enorme toename van de hoeveelheid kunststoffen in de maag van vogels en zeezoogdieren. Allerlei kleine stukjes plastic in de maag van bijvoorbeeld een stormvogel nemen het hongergevoel van de vogel weg. De hersenen krijgen daardoor geen seintje meer dat er gegeten moet worden, waardoor veel vogels verhongeren. Met een maag vol plastic afval!
In het natuurdagboek van Trouw op 17 maart jl. werd gesproken over deze giftige plastic soep in de oceaan en over het initiatief van Peter Smith uit Amsterdam. Hij richtte de Stichting KLEAN op. KLEAN staat voor “Klagen loont echt absoluut niet.” De Stichting ontplooit acties om gericht in Nederland te werken aan het opruimen van zwerfafval. Op zaterdag 24 maart wordt bijvoorbeeld de actie “Wees erbij, maak schoon dat IJ!” in Amsterdam georganiseerd. Maar er zijn meer initiatieven. De stichting Nederland Schoon is initiator van de landelijke opschoondag en als mensen zich aanmelden bij de Stichting Vrijwillige Zwerfafval Opruimers (SVZO), ontvangen ze een gratis grijper. Kortom, we zijn er inmiddels klaar voor om zwerfafval in Nederland echt te gaan terugdringen, zodat er minder plastic in het milieu komt. Goede initiatieven en er komt een golfbeweging van steeds meer actie op gang. Het begin van een mentaliteitsverandering is aanwezig. We zijn begonnen met het oogsten van zwerfafval!
Maar… hoe pakken we de plastic soep aan? Is de soep niet al te groot geworden? Als we de miljardenberg aan plastic willen opruimen, dan zouden honderden trawlers honderden jaren heen en weer moeten varen. Is dat niet onmogelijk? Is dat niet onbetaalbaar? Is dat niet..? Misschien wel, maar ik wil dat niet geloven. We kunnen het ons niet meer veroorloven om te wachten en niets te doen? We spreken over duurzaam en verantwoord ondernemen. Laten we dan ook eens gaan kijken hoe we deze strijd tegen het zeeplastic wel kunnen winnen. Dat kan lukken als we willen, maar wat betekent dat?
Veel individuele chemische bedrijven, staatssecretarissen voor Milieu en zelfs landen verschuiven de verantwoordelijkheid: “Het is niet ons pakkie-an, dus we kunnen er niets aan doen.” We kunnen er echter ook voor kiezen om dit wereldwijde vraagstuk anders te gaan benaderen. Als we de aandacht gaan richten op actie in plaats van ontkenning, dan hoeft het probleem niet jaarlijks groter te worden. En liggen er niet ook kansen voor duurzame ontwikkeling? Een deel van de grondstoffen die we op zee kunnen oogsten, is vast herbruikbaar. Wereldwijd zijn er vast vissers bereid om zich te laten omscholen tot zeeplasticinzamelaar. Er bestaan al grote drijvende fabrieken die tot nu toe gebruikt werden voor de verwerking van de vangsten van kleinere vissersboten (tonijn, walvissen). . Zijn deze fabrieken niet anders te hergebruiken? We moeten toch in staat zijn om op zee grote plasticverbrandingsovens te plaatsen? Uitdagingen genoeg! Laten we beginnen met het oogsten van zeeplastic.
Tijm Corporaal
Gemeenteraadslid GroenLinks Houten